CURRICULUM VITAE

Alexander Petsjerski

Geboren in de Oekraïne (USSR) in 1909, woonde Alexander (Sacha) Petsjerski vanaf 1915 in Rostov aan de Don, waar hij werkt als ambtenaar. Tegelijkertijd maakt hij muziek en speelt toneel; hij maakt composities voor toneelproducties als: ‘Het front is overal’ en ‘De Walrus’ en schrijft een eenacter.
Op de avond dat de oorlog uitbreekt regisseert hij net het amateur toneelgezelschap van de financieel- economische afdeling van zijn instituut. Ze spelen het stuk tot het einde; de volgende dag vertrekt Sacha naar het front.
In 1941 wordt hij luitenant in het Rode Leger. Hij wordt krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers, krijgt tyfus, wat hij weet te verbergen, anders zou hij meteen worden gedood en ontsnapt als door een wonder aan een executie. In mei 1942 weet hij te vluchten, maar wordt opnieuw gevangen genomen en naar een strafkamp gebracht. In de herfst van 1942 komt hij in Minsk terecht. Daar blijkt bij een medische inspectie dat hij joods is. Op 22 september 1943 wordt hij met duizenden joden uit Minsk naar Sobibor overgebracht, die na aankomst onmiddellijk worden vergast. Hij wordt met ongeveer 80 anderen als ‘werkjood’ geselecteerd. Hij moet in kamp no. 4 werken, waar bomen worden omgehakt om plaats te maken voor nieuwe barakken.
Drie weken na zijn komst, op 14 oktober, leidt hij de opstand samen met de na de oorlog vermoorde Pool Leon Feldhendler. Hij weet te vluchten en sluit zich aan bij Russische partizanen.
Na de oorlog en een langdurig verblijf in ziekenhuizen, werkt hij weer als ambtenaar en doet in zijn vrije tijd veel aan toneel en muziek. Ook houdt hij lezingen op scholen om over zijn ervaringen in de oorlog en de opstand te vertellen. Eens in de 5 jaar komen alle Russische overlevenden bij elkaar voor een reünie.
In 1957 schreef hij een verslag over de opstand voor het Joods Historisch Instituut in Warschau, dat ook in het Nederlands vertaald is door het NIOD.
Petsjerski getuigde in verschillende processen tegen Oekraïensche bewakers van Sobibor, die door zijn toedoen veroordeeld worden, alsmede tegen ondercommandant Frenzel.
Hij was voorzitter van de militaire veteranen organisatie in Rostov aan de Don.
Door ziekte kon hij helaas de première van de film niet bijwonen, maar zijn vrouw en familie kwamen in zijn plaats. Hij overleed spoedig daarna in 1990.

vorige

 

blauw

 

tily Alexander Petsjerski